Vogels uit lawaaiïge steden vergeten hoe ze moeten fluiten

Vogels uit lawaaiïge steden vergeten hoe ze moeten fluiten

26 Okt 2014   /  A+ | a-
Bokpiloot zit in de tuin, het is mooi weer. De krant ligt opengeslagen op zijn schoot en zijn gedachten gaan na het lezen van de kop “Stadsvogels verleren het fluiten” terug naar de week daarvoor. Toen was hij met zijn orkest naar een festival geweest. Wat een belevenis, wat een goede leerschool. De jongelui ontmoetten er andere orkesten, hoorden hun klank, zagen ze spelen en zagen dat er veel goeds bij was.

[…] Vogels uit lawaaiige steden vergeten hoe ze moeten fluiten. […] Uit studie blijkt dat vogels door het almaar toenemende stadslawaai steeds minder noten kennen dan hun collega’s van het platteland. […]

Een conclusie die ook in de uitslag van het festival terug te vinden was; één strijkorkest kreeg de hoogste onderscheiding – summa cum laude – en vooral om het feit dat ze zonder dirigent, met alle aandacht voor elkaar een werk ten gehore brachten. Opperste concentratie in een omgeving waarbij alleen de klinkende muziek een rol speelde.

[…] Omdat vogels elkaar door de verkeersherrie niet meer kunnen horen, leren ze geen nieuwe tonen meer aan. Voor bepaalde soorten is dat nogal problematisch. […]

Bokpiloot denkt aan de toekomst. Velen zullen het orkest na jaren trouwe dienst verlaten. Er zijn er bij die hij zeker 10 jaar geleden al bij zich had. Ze verlaten het nest, vliegen uit. Dat is goed, zo hoort het ook. Gelukkig zijn er nieuwe spelers tot het orkest toegetreden. Zij hebben geleerd van de anderen. Door te kijken en door te luisteren. Een plek waar je dat ongestoord en zonder geluidshinder van andere bronnen kan doen, is hiervoor een voorwaarde. Bokpiloot denkt aan hen die daarvoor hebben gezorgd, en is ze dankbaar.

[…] In de paartijd moeten mannetjes namelijk bepaalde wijsjes fluiten om een vrouwelijke partner aan te trekken. Maar omdat mannetjes niet meer leren om van zich te laten horen, worden sommige vogelsoorten met uitsterven bedreigd. […]

Een jurylid merkte tijdens de feestelijke receptie op: ” Er zitten maar een paar jongens in het orkest, dat is toch wel apart”. Bokpiloot antwoordde dat dit probleem slechts van korte duur zou zijn; over enige tijd zouden ook deze jongens weg zijn. Na een paar seconde bedenktijd begreep het jurylid dat dit een cynisch grapje was. Maar het zette aan tot nadenken. Het is een aantrekkelijk orkest, klinkt goed en speelt doorgaans op rustige plaatsen waar het goed beluisterd kan worden. Het repertoire is boeiend en afwisselend geschreven door mannen met……… Bingo! Opeens wist Bokpiloot het! Al die stukken, al die lokroepen waren geschreven door mannelijke componisten! En wie komen daarop af? Juist ja, de vrouwtjes. De oplossing moet gezocht worden in werken in een stedelijk gebied met veel lawaai, of beter met minder mannelijke noten op de lessenaar. We moeten ons meer onder de mensen begeven met een programma van louter vrouwelijke hand. Mannen wees alert, de Sirenes zullen zingen!

(Het genoemde artikel stond in Trouw, dd 9 mei 2003.)
Top